Een groot bord voor vier vrouwen

Een tafelgesprek over spijswetten en andere wetten

Wij, vier vrouwen uit joodse, moslim en christelijke traditie eten bij een Ethiopisch restaurant en bestellen twee vegetarische en twee rundvleesgerechten, thee en wijn. De Ethiopiër brengt ons een groot rond bord voor vier vrouwen. Gezellig samen eten op z’n Afrikaans. Ons eigen gerecht ligt op een kwart, gescheiden van de andere door sla en komkommer. Er valt een stilte, Nezahat aarzelt. Ze had toch om een eigen bord gevraagd?
Dan tekent Nezahat een scheidslijn met haar lepel. Ze graaft een geultje tussen haar vegetarische ragout en het rundvlees van Annego. Ook vraagt ze de Ethiopier om een bord. Annego zegt eerst niets, maar voelt des te meer. Wat gaat er om in Annego?

Wat Annego denkt
“Mijn eten wordt afgewezen, het is niet goed, blijkbaar zelfs besmettelijk. Ik bewonder Nezahat, zie haar als open, wijs, warm en trouw aan haar geloof met alle twijfel en strijd die ze daarbij doormaakt. Maar hier staat mijn verstand bij stil, vlees kan toch niet springen?

Vanuit mijn christelijke traditie heb ik geleerd: regels zijn er voor de mensen en niet voor G’d. Regels zijn volgens mij hulpmiddelen om een goed (mede)mens te zijn. “De sabbat is gemaakt om de mens, en niet de mens om de sabbat” zegt Jezus van Nazareth (Marcus 2: 27).”

Wat Nezahat denkt
“Wat jammer dat dit gebeurt. Ik had de Ethiopiër toch gevraagd om mijn maaltijd apart te serveren, en volgens mij vroeg Judith dat ook. Ik schrok van dat grote bord, en dacht, dan maar een scheidslijn? En ik begon die scheidslijn, en zag, zo’n scheidslijn ziet er raar uit. Bij mensen die ik niet ken zou ik het niet gedaan hebben, ik zou dan waarschijnlijk heel weinig eten.”

Wat Annego zegt
“Ik begrijp je niet, ik wil je wel begrijpen. Volgens mij gaat het hierom: waarom pas je de regels van je geloof zo strikt toe? Ik voel me als mens afgewezen en dat kan volgens mij de bedoeling niet zijn, van geen enkele religieuze traditie?”

Wat Nezahat zegt
“Ik wil jou echt niet kwetsen. Het is niets persoonlijks. Het is mijn beslissing om te kiezen voor deze spijswetten, juist omdat ik hier mezelf kan zijn, me veilig en begrepen voel. Voor iemand die geen spijswetten kent, kunnen deze irrationeel lijken. Maar dat is voor mij niet het geval. Ik weet dat mijn rationele verstand lang niet toereikend is voor het Goddelijke. En daar begint ook mijn geloven. Ik noem dit: met je verstand het verstand overschrijden.”

Wat Annego leert
“Erover praten helpt om het, voor mij het irrationele, te begrijpen. Ellen herkent de gedachte dat geloven nooit kan betekenen dat je een ander afwijst; Judith, die de joodse spijswetten kent, heeft begrip voor de scheidslijn van Nezahat. Ik leer van het gesprek dat niemand als persoon wordt afgewezen. Het is geen oordeel over mij, het is een keuze van Nezahat.”

Wat Nezahat leert
“Ik heb geleerd dat ik er niet gelijk van uit moet gaan dat het duidelijk is of anderen mijn spijswetten kennen. Maar belangrijker nog, ik begrijp nu dat wat ik doe voor iemand van een andere traditie verwarrend en kwetsend kan zijn. Ik ben dankbaar en blij dat we er grondig en goed over gepraat hebben. Volgende keer trakteer ik op een groot bord ijs of fruit waar we gezamenlijk van kunnen genieten.”

Wat Judith leert
“Ik realiseerde mij hoe diep de wens van het opheffen van onderscheid tussen mensen in de wortels van het christendom geborgen zit. Lastige en onderscheidende regels zoals de besnijdenis werden, door onder andere Paulus, voor nieuwe christenen opgeheven. De blijde boodschap moest immers universeel en voor iedereen toegankelijk zijn. Daarom doet onderscheid voor Annego pijn, want het druist in tegen de universele ideologie van het christendom. Vanuit mijn joodse achtergrond heb ik juist begrepen dat onderscheid maken veel meer te maken heeft met het geven van betekenis, dan met het opwerpen van barrières tegen de ander.”

Wat Stella opmerkt
“Ik zie iets paradoxaals in deze situatie. Want kunnen we niet constateren, dat de christelijke zorg om geen scheidingsregels te accepteren juist gelovigen afstoot voor wie die regels wel belangrijk zijn? Eigenlijk heeft de ideologie, die zegt, dat regels die onderscheid lijken te maken tussen mensen niet goed zijn, hier een averechts effect. Het lijkt of deze ideologie anders uitwerkt dan het bedoeld is.”