Redactielid Annego Hogebrink maakte tijdens het trialoogweekend voor Joodse, christelijke en islamitische vrouwen te Huissen kennis met de Joodse Anne-Maria van Hilst. Anne-Maria bood aan een tekst te schrijven over Hagar-Sarah & Mo en Moos, een project waar voor Joodse en islamitische Young professionals ( 25-35 jarigen). Een aanbod waar de redactie Hagar-Sarah erg blij mee is.
Hagar-Sarah en Mo en Moos, door Anne-Maria van Hilst
Mijn hele leven ben ik al geïnteresseerd in diversiteit. Tijdens mijn jeugd in Amsterdam Zuidoost kwam ik in contact met mensen van verschillende religies en afkomsten. Dat intrigreerde me altijd al. Iedereen had zijn eigen gewoontes, of het nou ging om eten, etiquette, de verhouding man/vrouw of religie. Het viel me echter op dat niet iedereen zo flexibel met elkaar om ging als bij mij in de buurt. Als ik naar mijn familie in Amersfoort ging merkte ik dat er daar in de buurt toch wat gekker gekeken werd naar mijn buitenlandse vriendinnetjes. Andersom merkte ik dat bij sommige vriendinnetjes thuis het veel minder normaal was om als meisje een discussie te voeren met de mannen in het gezin. Dit vond ik al vanaf jonge leeftijd ongemakkelijk.
Zodra ik oud genoeg was heb ik mij ingezet voor diversiteit. Dit kon zowel op microniveau zijn, zoals mensen van verschillende religies bij mij thuis uitnodigen, als macroniveau zoals meewerken aan projecten zoals “Gelijk is gelijk?!” van Diversion. Een jaar geleden zag ik op internet de oproep voorbij komen voor Mo en Moos, een project waarbij Joodse en islamitische Young professionals ( 25-35 jarigen) met elkaar in contact werden gebracht. Het doel van het project was om jonge toekomstige leiders van de diverse gemeenschappen bij elkaar te brengen en samen te werken aan een betere samenwerking in Amsterdam. Ik werd meteen erg enthousiast.
Na de sollicitatieprocedure konden we van start gaan. Het werd al snel duidelijk dat we een diverse groep hadden: religieus en seculier, vrijgezel en getrouwd, Nederlands tot Egyptisch. Ook onze beroepen waren uiteenlopend. Van acteur tot docent tot politicus. Wat mij meteen opviel was dat maar een van de moslima’s een hoofddoekje droeg. De andere moslima’s noemden zich gedeeltelijk seculier maar ook sommige religieuze moslima’s droegen geen hoofddoek. Het was interessant om te horen wat hun beweegredenen waren om het wel of niet te dragen. Zo gaf de moslima die wel een hoofddoekje droeg aan dat dit vooral was voor haar eigen bescherming. Dat het voelde alsof ze een grens tussen haar en mannen legde. Niet zozeer voor haar fysieke bescherming maar meer dat het haar weerhield om op een seksuele manier met mannen om te gaan.
De trainingen waren behoorlijk intensief. We werden onder andere getraind in het goed omgaan met de media en het goed omgaan met discussies. Het interessantste vond ik echter het leren van elkaars religies. Ik dacht dat ik door mijn achtergrond in religiestudies goed op de hoogte was van de islam maar mijn ogen zijn echt geopend. Zo moesten we een oefening doen waarbij we een stapel uitspraken kregen en deze moesten linken aan het jodendom of de islam. Zo kwamen we tot de conclusie dat zowel het jodendom als de islam vindt dat religie iets tussen jou en God is en dat je dus niet een ander hiertoe kan dwingen. Heel mooi.
Wat mij wel opviel was dat de groep zich in de vrije tijd snel opsplitste in een mannen kant en een vrouwen kant. Dit werd vooral tijdens het studieweekend afgelopen mei erg duidelijk. Tijdens het vaste programma is iedereen gemixt maar in de pauze trokken de mannen en vrouwen al snel naar elkaar toe, veel meer dan ik in andere groepen heb meegemaakt. De mannen gingen apart naar het strand en de vrouwen gingen bowlen. Hoewel ik dit in het begin storend vond, merkte ik ook dat ik op een andere manier kan communiceren als ik alleen met de vrouwen ben. Het geeft een meer laagdrempelige manier van contact. Een van de vele dingen die ik nu al geleerd heb van mijn Mo en Moosjes. Ik kan niet wachten om nog meer te leren.
www.annemariavanhilst.wordpress.com