Knelpunten op een kruispunt: vrouwen en mannen in interreligieuze ontmoetingen

Een nieuw boek: Dubbele Dialoog. Vrouwen en mannen in interreligieuze ontmoetingen werd op 9 maart gepresenteerd op een symposium aan de VU. Waarom is dit boek belangrijk?
   
In Nederland zijn wij getuige van de conflicten die het samenleven van mensen van verschillend religieus geloof kunnen opleveren. In ons land, vanouds bekend staand als tolerant tegenover andersgelovigen, wordt argwaan en soms zelfs haat gezaaid tegen moslims, terwijl antisemitische leuzen op het sportveld toenemen. Een verontrustend groot aantal ‘autochtone’ Nederlanders, sinds jaren geseculariseerd, voelt weer zijn christelijke wortels en zien hun ‘christelijke’ nationale cultuur bedreigd. Dit veld van conflicten is zichtbaar en voor sommigen ook concreet voelbaar in geweld met woorden of wapens. Gelukkig zijn er dan ook verscheidene landelijke organisaties die uit zijn op onderling begrip en vrede in interreligieuze ontmoetingen. Ook zijn er op veel plaatsen concrete ontmoetingen tussen mensen van verschillend geloof: in de buurt, op het schoolplein bijvoorbeeld, waar kinderen en ouders van verschillend geloof elkaar spreken. Daar wordt bewust of onbewust, met of zonder woorden, de dialoog beoefend, de ontmoeting waarbij openheid voor en nieuwsgierigheid naar het anders geloven een gesprek kleurt, zonder de ander te willen bekeren tot het eigen geloof.
   
Maar er is nog een andere bron van conflicten en van onvrede in de samenleving: die van het verschil in gender: dat is de wijze waarop mensen, als vrouw of als man geboren, opgroeiend in het culturele klimaat van de samenleving, hebben geleerd hun specifieke rol als ‘man’ en als ‘vrouw’ te spelen. Zowel vrouwen als mannen hebben tegenwoordig een veel breder scala van rollen die acceptabel worden geacht in de samenleving, dan vroeger het geval was. Dat neemt echter niet weg dat diep in veel vrouwen en mannen nog de oude rolpatronen zitten die vaak onbewust het gedrag richten. In een samenleving als de onze, nu, waar het nog steeds zo is dat bijvoorbeeld velen bij een leider nog in de eerste plaats denken aan een man – om daarna te denken ‘maar vrouwen kunnen het (misschien) ook – zijn er nog steeds conflicten tussen vrouwen en haar verschillende rolopvattingen enerzijds en mannen met de hunne anderzijds. Veel van die conflicten blijven ondergronds, al was het maar omdat veel vrouwen huiverig zijn voor het zich opstellen als drammerig of ambitieus en veel mannen zich niet bewust zijn van hun soms nog hanig gedrag. Gelukkig zijn er ook op dit conflictueuze terrein pogingen tot dialoog, tot ontmoetingen tussen vrouwen en mannen, waar nieuwsgierigheid naar de bestaanservaringen van de ander en respect voor het anders in de wereld staan de boventoon voeren.
   
Twee terreinen van dialoog dus: een dubbele dialoog. Het boek gaat over het kruispunt van die twee dialogen en bespreekt de knelpunten op dat kruispunt. Het belangrijkste is dat die knelpunten worden erkend en dat men  überhaupt inziet dat de gender-dialoog ook gaande moet blijven op het veld van interreligieuze dialogen, dus van ontmoetingen tussen mensen van verschillend geloof. Dat is namelijk niet altijd het geval. Op het terrein van interreligieuze dialogen worden doorgaans twee vormen onderscheiden, en het is nuttig deze onderscheiding in het oog te houden.
Wat vaak in het oog springt zijn de landelijke verbanden voor interreligieuze dialoog, zoals bijvoorbeeld Naar een Landelijk Stemgeluid (NLS). Er zijn verscheidene van deze landelijke organisaties, en in elk van hen zijn het grotendeels mannen die de leiding hebben, als ‘gezicht’ van de organisatie fungeren en/of spreekbuis zijn. Dat komt o.a. omdat in deze organisaties mensen zitten als vertegenwoordigers van hun religie of leiders in hun religie – en dat zijn nog steeds merendeels mannen. In deze grote verbanden vindt de dialoog van ideeën plaats. Het gaat vaak over ‘een religie’: het jodendom, de islam, het christendom en hun theologische ideeën, bijvoorbeeld over de opvatting van hun heilige geschriften.  
De andere vorm van interreligieuze dialoog is de dialoog van het leven. Die vindt plaats ‘op het grondvlak’: in de buurt, in het buurthuis, op het schoolplein. Ze is dikwijls pragmatisch: er moet samengeleefd worden, de vragen van kinderen over hun vriendinnetjes, bijvoorbeeld: “Waarom daagt de moeder van Mumtaz andere kleren dan jij, Mam?” moeten beantwoord worden. We zien voornamelijk vrouwen bezig op het terrein van de dialoog van het leven. Deze vorm van dialoog timmert zelden aan de weg en krijgt vaak minder aandacht in het publieke domein dan de dialoog van ideeën en de landelijke dialoogorganisaties.

Door ons op het kruispunt van de interreligieuze dialoog en de gender dialoog te bezinnen worden verschillende zaken duidelijk. De relatie tussen de twee vormen van dialoog, hierboven beschreven, raken aan de vaak afwezige of stokkende dialoog tussen de genders. We zien vrouwen merendeels bezig op het grondvlak, mannen bezig met de ideeën, meer officieel. In het boek wordt betoogd dat, en waarom, het nodig is dat er meer contact en uitwisseling komt tussen de beide vormen van dialoog. Meer waardering ook voor wat op het grondvlak meest door vrouwen wordt gedaan. Wat lukt daar wel? Wat niet? Kan men daarvan leren?
Zo gaan we ook zien dat het argwaan en haat zaaien zich dikwijls concentreert rond de vrouwen in de andere religie. Moslima’s zijn slachtoffers, zo is de boodschap. Zij worden onderdrukt, met de Koran in de hand. In een deel van de islam richt de haat tegen het christendom zich op de kleding van niet-moslima’s: zedeloos en corrumperend. De vraag moet bewust worden: wat zit achter deze aandacht voor de vrouw en haar kleding? Het antwoord ligt op het terrein van de gender-analyse.

Ook worden in het boek de resultaten van het onderzoek naar mogelijke verschillen tussen het communiceren van vrouwen en dat van mannen toegepast op wat gebeurt in interreligieuze dialogen. Deborah Tannen maakte al in de negentiger jaren in haar onderzoek duidelijk dat vrouwen doorgaans eerder ‘rapport talk’ gebruiken, gericht op het leefbaar houden van relaties en mannen meer ‘report talk’, het melding maken van feiten, van standen van zaken. Beide vormen zijn nodig en belangrijk en er is onderling respect voor elkaars wijze van communiceren nodig.
   
Zijn vrouwen meer dan mannen gericht op vrede? Deze vraag wordt kritisch besproken in een hoofdstuk in het boek.  Duidelijk is dat zo lang meisjes en jongetjes nog verschillend worden gesocialiseerd in onze samenleving, hun bestaansbeleving ook verschillend zal zijn. Dit werkt ook door op het terrein van het werken aan goede relaties tussen de gelovigen. In het boek worden verschillende manieren besproken waarop vrouwen in de praktijk proberen te komen tot onderling respect en vreedzaam samenleven tussen mensen van verschillend geloof, zowel in Nederland als daarbuiten. Zowel mannen als vrouwen, uit wetenschap en uit de praktijk, geven waardevolle inzichten voor op vrede gerichte communicatie. Dit maakt het boek belangrijk voor een breed terrein van vredespogingen.

Dubbele Dialoog. Vrouwen en mannen in interreligieuze ontmoetingen
Riet Bons-Storm en Nelly van Doorn-Harder, red.
Theologische Uitgeverij Narratio, Gorinchem, 2012.
ISBN: 978 90 5263 857 7
Prijs: 20 Euro.
Te bestellen bij Narratio

Dr Riet Bons-Storm is emerita hoogleraar Pastoraat en Vrouwenstudies aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zij houdt zich tegenwoordig vooral bezig met de relaties tussen de Abrahamitische religies en de conflicten en vredespogingen tussen Israël en de Palestijnen.

Reacties zijn gesloten.