Achtergrond

Wie zijn Hagar en Sarah?

Jodin van Grosslau (2012), Meisje met de parel (Johannes Vermeer 1623-1675), Moslima (Johannes Hogebrink 2004)

 
Een korte kennismaking aan de hand van verhalen en teksten uit Bijbel, Koran en tradities.

Aartsvader en profeet Abraham/Ibrahim was getrouwd met Sarah. Aan Abraham/Ibrahim was door God beloofd dat hij een groot volk, dus veel nakomelingen, zou krijgen. Maar Sarah was te oud geworden om nog kinderen te krijgen. Zij bood aan Abraham/Ibrahim haar slavin Hagar/Hajar aan als draagmoeder, zoals dat gebruikelijk was. En Hagar/Hajar baart Ismaël /Isma’il. Daarna wordt Sarah toch zwanger en zij baart Izaak/Jischak/Ishaq. In de strijd om de vraag wie van beide zonen de oudste rechten heeft, laat Sarah Hagar/Hajar en haar zoon Ismaël/Isma’il de woestijn in sturen. Zij dreigen te sterven van dorst. Dan ziet God hen en hun wanhoop en een engel wijst Hagar/Hajar een bron. Zij overleven in de woestijn.

In de islam/ Koran komt hetzelfde verhaal ook voor, maar het wijkt een beetje af. Tijdens de jaarlijkse bedevaart naar Mekka staat het verhaal van Hajar en Isma`il centraal. Zij worden door Ibrahim in de woestijn gebracht, en in de buurt van Mekka (dat toen nog niet bestond) achtergelaten. Isma`il is dan nog een baby. De wanhopige Hajar, die bang is dat zij en haar kind zullen omkomen van dorst, loopt op en neer tussen de heuvels Safa en Marwa om water te zoeken. De bron die zij daar vindt, is de bron Zamzam. De bedevaartgangers brengen tot op vandaag water mee uit deze bron. Om dit verhaal te herdenken, lopen de bedevaartgangers tijdens de rituelen van de Hajj zeven keer op en neer tussen deze heuvels. Verder is de Kaaba in Mekka het middelpunt van de islamitische wereldgemeenschap, waarnaar moslims zich in gebed richten. Volgens de overlevering is deze door Ibrahim op latere leeftijd, samen met zijn zoon Isma`il, gebouwd.

Ismaël/Isma’il wordt de aartsvader van de Arabieren, Izaak/Ishaq wordt de aartsvader van de Joden. Omdat in de overleveringen vooral de beide aartsvaders genoemd worden, koos de adviesgroep de namen van hun moeders: Hagar en Sarah.