Kent gastvrijheid grenzen? Over vluchtelingen en gastvrijheid

Ons redactielid Annego Hogebrink woonde op zondag 22 mei een bijeenkomst bij in Pardes, joods leerhuis in het hart van de Zuidas, over vluchtelingen en gastvrijheid. Is barmhartigheid grenzeloos? Mag je niet realistisch zijn en getallen noemen? Waar doen we goed aan? En zouden vrouwen hier anders mee omgaan dan mannen?
Hoe kijken wij daar tegen aan? Welke bril zetten we op?

Kent gastvrijheid grenzen? Over vluchtelingen en gastvrijheid. Ontmoeting in het Paradijs.

Op zondagmiddag 22 mei zitten we daar: een dertigtal belangstellenden in een bovenzaal van De Nieuwe Poort, centrum voor ontmoeting en inspiratie in het hart van het grote geld, de Zuidas. Pardes, (‘paradijs’), een joods leerhuis, voortgekomen uit de Folkersmastichting voor talmoedica heeft daar onderdak gevonden.

Vanuit jodendom (Rachel Reedijk), christendom (Bas van den Berg) en islam (Enis Odaci) wordt het thema ‘vluchtelingen’ besproken. Ik heb mij opgegeven om iets van helderheid te krijgen in al die verwarrende dilemma’s zoals deze: gastvrijheid en barmhartigheid zijn bijbelse en christelijke waarden. Dat heb ik geleerd in mijn christelijke opvoeding. Maar wat betekent dat voor de opvang van vluchtelingen? Voor een hoe groot aantal vluchtelingen geldt dat? Ik snap die mensen die zich zorgen maken, maar ben ik dan rechts? Wat is recht doen? Aan wie wel en aan wie dus niet?

Uit de verschillende bijdragen, ook later in de uitwisseling, haal ik wat aspecten die voor mij zelf enige orde brengen in de chaos van vragen en dilemma’s. Ik ben bovendien onder andere betrokken bij het ILPA (Interreligieus en Levensbeschouwelijk Platform Alkmaar, www.ilpa.nl), bij de website hagar-sarah (www.hagar-sarah.nl) en het Alkmaarse vluchtelingen project, dus ik snak naar enig moreel houvast op mijn zoektocht.

Het helpt mij om iets van de verschillende ‘lagen’ in de discussie te onderscheiden. Of liever: de verschillende ‘brillen’ die je kunt opzetten, te benoemen. Zoals de bril van de bijbelse theologie, die van de geschiedenis, of de bril van de sociaal-psychologie. En al die brillen ‘kijken’ anders, zien dus andere aspecten. Ze worden ook gekenmerkt door hun eigen manier van verwoorden, hun eigen taalveld. Zoals we zeggen bij hagar-sarah: je zijnswijze bepaalt je zienswijze.

Hoe vertrouwd is mij die bijbelse bril! Bas van den Berg vertelt over de gastvrijheid van Abraham, als die vreemde gasten uit de woestijn opdoemen, zoals het verhaal in Genesis ons vertelt. Zijn het engelen? Is het God zelf? Je weet het niet! Maar je moet nu eenmaal gastvrij zijn, zeker in de woestijn. Voor je het weet ben je zelf aangewezen op een ander. De boodschap van het verhaal? Gastvrijheid is de brug tussen jou en die vreemde ander. Want in de ontmoeting met elkaar word je mens. Stel je tent maar open. Bovendien zijn wij stervelingen zelf gasten hier op aarde. Tijdelijke bewoners. Ik ben het er helemaal mee eens. Maar dan denk ik weer: ja voor drie vreemden…Maar voor duizenden?

Rachel Reedijk benoemt iets van dat dilemma helder: ze beschrijft de groeiende polarisatie tussen de mensen die argumenten gebruiken en de meer emotionelen. Een debat tussen doven en blinden. Maar een debat is een woordenstrijd, geen dialoog. Het zet mensen eerder op scherp dan dat het begrip voor het standpunt van de ander oplevert. Is daar geen beweging in te krijgen? Rachel kijkt daarom ook historisch: migratie is van alle tijden. Grenzen zijn zelden stabiel, ze verschuiven. Maar dat maakt mensen onzeker en bang. Burgers voelen zich zélf vervreemden, vreemdeling in eigen land. Wie zijn ze zelf nog? Joden weten hoe het van levensbelang is om je eigen collectieve verhaal te kennen. Dat herhalen en beleven ze al eeuwen lang met hun rituelen, zoals met Pesach. Ze vertelt hoe bij hun onlangs gehouden Seider er vele vreemde gasten aanschoven aan de maaltijd en hoe elk zijn/haar eigen verhaal vertelde. De bril van de geschiedenis kan helpen om je eigen verhaal weer in het vizier te krijgen. Rituelen als samen eten, samen de vredespijp roken, zijn van alle tijden, de vreemde gast wordt disgenoot. Misschien wel bondgenoot in plaats van vijand.

Als voorzitter van Humanislam bouwt Enis Odaci bruggen tussen mensen, vanuit humanistische en islamitische waarden. Als ingenieur bouwt hij ook bruggen, maar dat is veel makkelijker… Zijn meer psycho-sociale bril bevalt me goed: waar zijn we eigenlijk bang voor? En hoe komt dat? De ander is onze spiegel zegt Enis: we herkennen in die ander onze eigen angst, ons verlangen naar veiligheid, erkenning. En tegelijkertijd projecteren we onze eigen worsteling met onze identiteit op die ander. Durven we zelf kleur te bekennen? Toe te geven dat we het zelf vaak ook niet weten? Ik praat even met hem door in de pauze en voeg er aan toe wat ik zelf leerde: als die ander ánders is, in kleur, sekse, andere uiterlijke kenmerken, etc. dan weten we ‘op het eerste gezicht’ of we moeten vechten, vluchten of bevriezen. Dat is onze reflex. En dat is normaal! Maar wat we ook nodig hebben is de volgende stap: reflectie. Naar onszelf kijken, waarom reageer ik op deze manier? Wat denk ik? Wat voel ik? Wat doe ik? Ik vraag me af in hoeverre vrouwen daar anders mee omgaan dan mannen. Enis zet ook nog even een politieke bril op: als we van wat we verdienen aan oorlog en wapenhandel nu eens een klein percentage zouden reserveren voor de opvang van vluchtelingen….

In de workshops na de pauze wordt een en ander nader toegelicht en besproken. Anne-Maria van Hilst voegt in de workshop onder andere het thema ‘macht’ toe: de gastgever staat in een meer machtige positie dan de gast. Zijn we ons dat bewust? En geldt dit alles voor mannen en voor vrouwen op dezelfde wijze? Moeten we niet ook de gender-bril opzetten? Veel om over door te praten! Maar zoals meestal is de tijd te kort. Ik heb niet echt antwoord gekregen op mijn vragen. Maar van vragen word je wijs. Zeker in het paradijs. En zeker als je dat samen doet.

Annego Hogebrink, 24 mei 2016

Reacties zijn gesloten.