Maria Nunez, asielzoekster in de Gouden Eeuw

Impressie van een aangrijpende musical, door Annego Hogebrink.

 

 

 

“Maria Nunez is mijn naam die ik kreeg bij de doop.
Mijn moeder noemt me Esther en ze hoopt dat ik de Joden zal redden.
Katholiek is mijn geloof
Zo ben ik ingeschreven
Maar in het geheim ben ik jood.

Zo ga ik dubbel door het leven
Buiten vervloek ik wat ik zelf ben
Een Jodin die matses bakt van babybloed
Alleen binnen heb ik
Voor wat ik geloof de moed
Moest ik zo mijn hele leven leven
Maakte ik me morgen van kant.
Maar ik zoek een ander land.
Misschien heet het wel ‘tolerant’.”

Zo slingert Maria hartstochtelijk haar lied de ruimte in, ons, het publiek meesleurend in haar verlangen om te mogen zijn wie ze is.
Ik maakte op 21 februari de wereldpremière mee van Maria Nunez, asielzoekster in onze Gouden Eeuw in de schitterende synagoge van de liberale joodse gemeente in Amsterdam. Indrukwekkend stuk, schitterende stemmen, betoverende muziek en verassend spel met de rekwisieten.
De lange houten kruisen staan al op het toneel. Ze zijn symbool voor de fanatieke fundamentalistische roomskatholieke vervolgers van joden en moslims, maar kijk: halverwege het stuk worden ze opgepakt en over het toneel gesjouwd en ineens fungeren ze als baldakijn voor de Engelse koningin!
Het verhaal is aangrijpend en van alle tijden. Maria vlucht in doodsnood voor de roomse brandstapel en komt via Engeland terecht in Amsterdam. Daar is het land ‘tolerant’ want daar mag ze Esther zijn. Om trots én zuinig op te zijn.

Annego Hogebrink

Reacties zijn gesloten.